Het dashboard-probleem: veel investering, weinig gebruik
Je hebt forse bedragen uitgegeven aan BI-tools—misschien wel tonnen. Je teams hebben dashboards gebouwd, de ene na de andere. Toch hoor je op kantoor of in Teams calls dezelfde verzuchtingen: “Ik geloof deze cijfers niet,” “Welk dashboard geldt nu eigenlijk?” of erger: “Ik importeer het gewoon in Excel”.
Herkenbaar? Je bent niet alleen. Veel organisaties verdrinken in dashboards: te veel, onoverzichtelijk, nauwelijks gebruikt, nooit vertrouwd, en al helemaal niet om echte keuzes mee te maken.
Het echte probleem is geen technologie
De harde waarheid: het zit niet in techniek. Het maakt niet uit of je Tableau of Power BI kiest, of hoe mooi de grafieken zijn. Wat mist, is adoptie.
Dashboards mislukken omdat ze zonder doel ontstaan, volgepropt worden met willekeurige cijfers en geen enkele directe link hebben met wat er moet gebeuren in het bedrijf. Het worden gewoon nog wat extra schermen—mooi, maar niemand kijkt wanneer er een keuze gemaakt moet worden.
Gelukkig is het wél op te lossen. Je hoeft niet alles opnieuw te doen—wel vijf scherpe ingrepen door te voeren. Die kan elke organisatie vandaag nog starten.
5 strategieën voor dashboard-adoptie
1. Koppel elk dashboard aan een actie
Stop met dashboards bouwen ‘omdat het kan.’ Elk dashboard moet antwoord geven op de vraag: “Welke actie kan ik nemen, dankzij deze informatie?”
Kijk je eerlijk, dan kun je veel dashboards direct opschonen als ze geen directe uitwerking hebben op het werk. Bijvoorbeeld; een dashboard dat alleen ‘algehele performance’ laat zien? Opdoeken. Eén die het sales team in staat stelt gericht te sturen—zoals extra inzet voor een afhankelijke regio? Houden.
Praktische aanpak:
- Praat met gebruikers: “Welke acties onderneem je wekelijks of maandelijks waarvoor betere data verschil maakt?”
- Maak dashboards die daarop aansluiten
- Niet ‘klanttevredenheid algemeen’, maar bijvoorbeeld: “Welke servicemedewerkers vereisen extra training?”
Een goed dashboard leidt tot doen, niet tot eindeloos scrollen.
2. Minder, niet meer
De natuurlijke reflex als dashboards niet werken: nog een grafiek erbij, nog wat cijfers toevoegen. Niet doen.
Een sterk dashboard focust op maximaal drie tot vijf kerncijfers. Dus geen vijftien. Geen eindeloze rijen. Drie tot vijf, niet meer. Alleen de getallen die er écht toe doen in jouw werk.
Concrete stappen:
- Loop je dashboards kritisch na
- Tel het aantal cijfers per dashboard; meer dan zeven? Veel te veel
- Mensen haken dan af—feit
Een regiomanager hoeft niet álle verkoopdata te zien. Die wil: omzet vs. doelstelling, status van de pijplijn en top drie klanten die achterlopen. Punt. De rest leidt alleen maar af.
Onthoud: je concurreert met telefoons en apps om aandacht. Als je dashboard langer dan dertig seconden kost om te snappen, haakt men af.
3. Maak dashboards routine
Een dashboard is geen ’extraatje’—het moet, net als de cijfers zelf, een vast onderdeel zijn van hoe het werk loopt.
Integreer dashboards in bestaande processen:
- Begin de sales meeting met twee minuten dashboard
- Zet bij de maandreview het operationeel dashboard op één
- Koppel het aan werkoverleggen en dagelijkse stand-ups
Het is geen trucje om mensen dashboards te laten gebruiken—het is juist logisch als dashboards onmisbaar zijn in vergaderingen of dagstarts. Gebruik creëer je door het gewoonte te maken.
Succesverhaal: Een productiebedrijf waar we mee werkten kreeg de dashboards aan de praat doordat ze shiftwissels begonnen met een korte dashboardronde. Plots werden de dashboards actief gebruikt: medewerkers wisten waarvoor het relevant was.
Plan automatische updates voor vaste momenten. Koppel dashboards aan beoordelingsgesprekken. Routine = waarde.
4. Bouw vertrouwen door heldere definities
Zonder vertrouwen in cijfers geen dashboard dat het verschil maakt. Mooi of niet, als men twijfelt gebruikt niemand het.
Hoe krijg je vertrouwen? Niet door nóg meer uitleg of design, maar door helderheid. Elk cijfer op het dashboard moet volstrekt duidelijk zijn. ‘Omzet’? Is dat onderhanden werk, facturering of cash in? Deze verschillen zijn vaak het struikelblok bij echte beslissingen.
Bouw een begrippenlijst:
- Noteer per kengetal: wat het betekent, hoe het wordt berekend, uit welke bron het komt en wie verantwoordelijk is
- Dit moet eenvoudig te vinden zijn, bijvoorbeeld via een link onder elk cijfer
- Wijs per kengetal iemand aan die aanspreekpunt is
Niet om te zoeken naar fouten, maar om sneller duidelijkheid te geven en vertrouwen op te bouwen.
Als gebruikers onmiddellijk begrijpen wat ze zien en weten bij wie ze eventueel navragen, groeit vertrouwen vanzelf.
5. Ontwerp voor helderheid, niet voor de show
Een dashboard is een gereedschap, geen schilderij. Elk grafisch element moet helpen om sneller inzicht te geven—niet om indruk te maken.
Design-principes:
- Zet het belangrijke centraal
- Gebruik kleur zuinig en functioneel: alleen om afwijkingen direct op te laten vallen
- Een dashboard vol kleuren is als iedereen door elkaar praat—je ziet niks meer
- Goede prestaties? Hou neutraal
- Afwijkingen, issues of kansen moeten er meteen bovenuit springen
Test op snelheid: kan iemand binnen tien seconden het belangrijkste zien? Nee? Dan moet het simpeler.
Test dus met gebruikers. Laat een dashboard kort zien, vraag: “Wat valt je op, wat ga je nu doen?” Lukt dat niet snel? Dan opnieuw versimpelen.
Begin klein, boek resultaat
Dashboardgebruik is geen technologie-uitdaging, maar een kwestie van beter organiseren. Je hoeft geen nieuwe tools te kopen, wel anders te denken en discipline te tonen: elk dashboard een concreet doel, minder overdaad, koppelen aan routines en alles zo duidelijk mogelijk presenteren.
Praktische start:
- Pak de drie dashboards die er écht toe doen in jouw organisatie
- Breng deze vijf principes daar alvast in de praktijk
- Zie het effect, bouw uit
Bij Activate Consulting helpen we organisaties om van data échte stuurrapportages te maken. Niet meer data, maar slimmer gebruiken wat er al ligt. Begin klein, stimuleer gebruik en schaal stapsgewijs op.
Dashboards worden pas bedrijfskapitaal als mensen er ook echt wat mee doen.
